1. Evalueren van uitdrukkingen met gehele getallen

De rechterkant van een toewijzingsoperator (gelijkteken) kan elke uitdrukking zijn : elke combinatie van getallen, variabelen en wiskundige operatoren ( +, -, *, /).

U kunt ook haakjes gebruiken (). In Java worden, net als in de wiskunde, eerst uitdrukkingen tussen haakjes geëvalueerd en daarna wat buiten de haakjes staat.

Vermenigvuldigen en delen hebben dezelfde prioriteit en zijn hoger dan optellen en aftrekken.

Voorbeelden:

Stelling Opmerking
int a = (2 + 2) * 2;
De waarde van de variabele zal zijn8
int b = (6 - 3) / (9 - 6);
De waarde van de variabele zal zijn1
int c = (-2) * (-3);
De waarde van de variabele zal zijn6
int d = 3 / 0;
Als u deze instructie uitvoert, wordt de fout "delen door nul" weergegeven en wordt het programma beëindigd.

Een uitdrukking kan ook variabelen bevatten:

Stelling Opmerking
int a = 1;
int b = 2;
int c = a * b + 2;
De waarde van de variabele a  zal zijn 1
De waarde van de variabele b  zal zijn 2
De waarde van de variabele c  zal zijn4

Bovendien kan dezelfde variabele zich zowel links als rechts van de toewijzingsoperator bevinden :

Stelling Opmerking
int x = 5;
x = x + 1;
x = x + 1;
x = x + 1;
x = x + 1;
x = x + 1;
De waarde van de variabele x  zal zijn 5
De waarde van de variabele x  zal zijn 6
De waarde van de variabele x  zal zijn De 7
waarde van de variabele x  zal zijn 8
De waarde van de variabele x  zal zijn 9
De waarde van de variabele x  zal zijn10

Het punt hier is dat het =symbool op Java niet gelijkheid betekent . In plaats daarvan is het een operator die aan de variabele links van het =teken de berekende waarde toewijst van de uitdrukking rechts van het =teken.


2. Deling van gehele getallen

In Java resulteert het delen van een geheel getal door een geheel getal altijd in een geheel getal . De rest van de delingsoperatie wordt weggegooid. Of je zou kunnen zeggen dat het resultaat van deling altijd naar beneden wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal.

Voorbeelden:

Stelling Resultaat van deling Opmerking
int a = 5 / 2;
2.5 De waarde van de variabele azal zijn2
int b = 20 / 3;
6.3333(3) De waarde van de variabele bzal zijn6
int c = 6 / 5;
1.2 De waarde van de variabele czal zijn1
int d = 1 / 2;
0.5 De waarde van de variabele dzal zijn0


3. Rest van deling van gehele getallen

Naast optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen van gehele getallen kent Java ook de modulo- operator. Het is het procentteken ( %). Deze operator retourneert het gehele getal dat overblijft na het delen van een geheel getal door een geheel getal (niet het breukdeel).

Voorbeelden:

Stelling Resultaat van deling Opmerking
int a = 5 % 2;
2met een restant van1 De waarde van de variabele azal zijn1
int b = 20 % 4;
5met een restant van0 De waarde van de variabele bzal zijn0
int c = 9 % 5;
1met een restant van4 De waarde van de variabele czal zijn4
int d = 1 % 2;
0met een restant van1 De waarde van de variabele dzal zijn1

Dit is een erg handige operator. Er wordt veel gebruik van gemaakt. Als u bijvoorbeeld wilt weten of een getal even of oneven is , deelt u het door 2en vergelijkt u de rest met nul. Als de rest nul is, is het getal even; als het gelijk is aan één, dan is het getal oneven.

Zo ziet deze controle eruit:

(a % 2) == 0

waarbij, je raadt het al, a % 2de rest is van deling door 2(dwz 0of 1), en ==wordt gebruikt om te vergelijken met nul.



4. Verhogen en verlagen

Bij het programmeren is het veelvoorkomende bewerkingen om een ​​variabele met één te verhogen of te verlagen. Er zijn speciale commando's voor deze acties in Java:

De increment (verhogen met één) operator ziet er als volgt uit:

a++;
Verhogen

Deze verklaring is precies hetzelfde als Het verhoogt de variabele met één.a = a + 1;a

De operator verlagen (verlagen met één) ziet er als volgt uit:

a--;
Verlagen

Deze verklaring is precies hetzelfde als Het verlaagt de variabele met één.a = a - 1;a

Voorbeelden

Stelling Opmerking
int x = 5;
x++;
x++;
x++;
x++;
x++;
De waarde van de variabele x  zal zijn 5
De waarde van de variabele x  zal zijn 6
De waarde van de variabele x  zal zijn De 7
waarde van de variabele x  zal zijn 8
De waarde van de variabele x  zal zijn 9
De waarde van de variabele x  zal zijn10
int x = 5;
x--;
x--;
x--;
x--;
x--;
x--;
De waarde van de variabele x  zal zijn 5
De waarde van de variabele x  zal zijn De waarde van de variabele 4
zal x  zijn   De waarde van de variabele   zal zijn De waarde van de variabele zal zijn De waarde van de variabele   zal zijn De waarde van de variabele   zal zijn3
x2
x1
x0
x-1